Spendor SA1
Misschien lag het aan de begrensde lage bas output, maar het bleek relatief makkelijk om de optimale positie voor de Spendors te vinden in mijn kamer. Ik gebruikte mijn gebruikelijke 24″ Celestion standaarden met de SA1s, de pilaar van elk van de standaarden gevuld met een mix van droog zand en lood. Onder het tapijt vastgenageld aan de grond, plaatsten deze standaarden mijn oren net boven te tweeter, maar ik had niet het idee dat ik onderuit moest zakken om een goede tonale balans te krijgen. Maar, roze ruis gaf aan dat als ik mijn oren ook maar een centimeter hoger plaatste, er een holheid in de balans van de SA1s onstond, met een smalle band van treble frequenties die geïsoleerd van de rest van geluid begonnen te klinken.
De speaker die de Spenders in mijn luisterkamer voorafgingen waren de Revel Ultima Salon2s, welke ik voor het grootst gedeelde van de voorafgaande maanden had gebruik. De Revel heeft bijna 30 maal het volume van de Spendor, weegt 15 keer zo veel, en is 10 keer zo duur. Ik wist dus niet zeker wat ik moest verwachten toen ik de eerste CD, een favoriete collectie van muziek voor snaarinstrumenten door Ralph Vaughan Williams, met Bryden Thomson die het LSO conducteerd (Chandos CHAN 8502, niet langer beschikbaar) in de lade van de Meridian player plaatste en het derde nummer selecteerde, de beroemde Fantasia on a Theme door Thomas Tallis.
Wellicht zou het logisch moeten zijn dat de Spendor SA1 niet eens in de buurt kwam van de kwaliteit van de Revel Salon 2, die veel beter het muzikale scala en de dynamiek wist voort te brengen. Ook had het niet de oplossende kracht van de grote luidspreker, zeker niet in de hogere treble. Maar het klonk wel gelijkmatig en zonder kleuring, misschien een beetje zacht in de hoogste octaaf. Maar toen ik eenmaal gewend was geraakt aan het geluid betrapte ik mezelf erop niet ik niet gelijk een andere CD uit de kast pakte, maar naar de rest van de Tallis Fantasia luisterde, en daarna ook nog naar de daarop volgende stukken, Variants of Dives en Lazaras. Er was genoeg hogere bas energie om een suggestie van zwaarte in de dubbel bas gespeelde pizzicato over te brengen, en de violen klonken zoet maar niet ver weg. En ik was het gemak vergeten waarmee een goed ontworpen, klein paar luidsprekers een gigantische, stabiele, en goed gedefinieerde soundstage tussen en achter de posities van de luidsprekers kan genereren. Zelfs met de luidsprekers ongeveer 15″ van de zijmuren, waar ik de beste hogere bas/lagere midrange overgang kreeg, had ik niet het gevoel dat er een “gat” in het midden van de soundstage zat.
Dit was een veelbelovende start. Ik reikte voor een andere CD die ik de laatste tijd veel draai, Chez Atkinson: de jubileum heruitgave van Vladimir Ashkenazy’s 1970/1971 optredens van Rachmaninoff’s Piano Concerto 2 en de Rhapsody on a Theme of Paginna, beide met André Previn en de London Symphony (CD, London 417 702-2). Gezien het feit dat het een analoog origineel was had deze CD altijd een beetje meer ‘tape hiss’ dan ik prettig vond als ik hem speelde via de Revels, maar via de Spendors was de hiss een beetje verminderd. Belangrijker was dat de piano ongelofelijk natuurlijk klonk, en de begrensde lage frequenties van de SA1 een bonus bleken te zijn aangezien het beruchte metro geluid van Kingway Hall was verdwenen.
Tijd voor meer piano. Ik speelde sommige 24-bit/88.2kHz test mixes van mijn huidige recording project af: Robert Silverman die Brahm´s monumentale Handel Variations en Shhumman´s Études Symphonique uitvoert, gepland voor uitgave op CD komende lente. Ik heb deze werken opgenomen in de uitstekend ondersteunende akoestiek van de Sauder Concert Hall in Goshen, Indiana, en was best wel dichtbij de Steinway gekomen om een optimale balans te krijgen tussen het sprankelende piano geluid en de omringende ambiance. Mijn voorlopige mix tussen de twee primaire paren van microfoons die ik gebruikt had – ORTF cardioids en spaced omnis – was gedaan met behulp van Revel Salon2s als monitors. Echter, ook al was de piano ongelofelijk voelbaar, het instrument klonk een beetje beperkt in de lucht van de hoogste octaven van de Spendors, vooral na de dringend klinkende piano die in de Ashkenazy Rachmaninoff opname werd gebruikt. Als ik de opname had gemixt gebruik makend van de Spendors als monitors, had ik een beetje meer contributie gebruikt van de omnis. Maar alsnog had de Hyperion Knight’s Steinway in de solo arrangementen van de Gershwin nummers op Rhapsody (CD, Stereophile STPH010-2), welke ik geremastered heb terwijl ik de Spendors beoordeelde, genoeg schittering in de hoogste octaven wanneer ik hem door de SA1s speelde.
En wederom kwam ik steeds terug bij die soundstage: ruim, stabiel, en expansief maar zonder individuele instrumentele of vocale beelden die ‘bloated’ worden op het podium. Elk instrument gebruikt in het kleine orkest dat Joel Cea’s arrangement van Rhapsody in Blue on Rhapsody speelde kon rond of achter de centraal geplaatste piano gehoord worden. Hetzelfde gold voor de vijf instrumenten op Jerome Harris’s Rendezvous (CD, Stereophile STPH013-2). Ik had gepland om het beeld van Steve Nelson’s vibrafoon vanuit het midden tot uiterst links te laten komen, met Bill Drummond’s drumstel dat de hele breedte van het podium bezette, Harris’s basgitaar en Art Baron’s trombone in het midden, en Marty Erlich’s altsaxofoon halfrechts. De posities werden blootgelegd door de Spendors, met geen instrumenten die bij bepaalde frequenties naar de zijkanten “spatten” of ‘bloated’ beelden gaven.
Hoewel de basgitaar goed hoorbaar was op deze opname, klonk de grote trom een beetje onderdrukt. De 1/3-octaaf tonen op Editor’s Choice (CD, Stereophile STPH016-2) klonken geleidelijk aan zwakker onder de 80Hz, alhoewel de luidspreker klaarblijkelijk hulp kreeg van de kamer met de 32Hz ‘warble’. Maar de bas die er wel was klonk zeer schoon op een nummer van Editor’s Choice, wat begint bij 32Hz en in halve tonen omhoog beweegt.
Fantaseren
Wanneer John Marks de laatste minimonitor van Canadees bedrijf PSB in February 2009 beoordeelde, concludeerde hij dat de Imagine B ($1000/paar) niet alleen “een uiterlijk en een niveau van afwerking die kilometers op de concurrentie voorloopt” had, maar ook “een belangrijke luidspreker . . . uitstekende prijs-kwaliteitverhouding . . . en speelt muziek verassend goed terwijl hij zeer weinig langtermijn risico van luistervermoeidheid lijkt te bieden”. Ik bewaarde daarom zijn recensie monsters om later als een uitgangspunt voor deze reeks van boekenplank luidspreker recensies te gebruiken.
Dat de PSB 4dB gevoeliger is dan de Spendor was heel duidelijk in een zij-aan-zij vergelijkingen. Na het volume verschil aangepast te hebben, creëerden de Imagine Bs een vergelijkbare soundstage als de SA1s, maar met minder diepte. Belangrijker is dat hun tonale balans helderder was, met meer lucht in de hogere octaven, wat ervoor zorgde dat de Spendors minder ingesloten klonken. Positief was dat de test mixes van de Silverman Brahms opname meer ruimtelijk klonken dan op de PSB; negatief was dat de bekkens een beetje meer sisten dan met de Spendors. In de bas hadden de PSBs merkbaar meer extensie, met een redelijk goeie midbass zwaarte. Terwijl de ‘ported’ PSB luidspreker niet zo duidelijk en helder op de lagere frequenties klonk als de Spendor, had de PSB zeker een meer geschikte minispeaker die je kan kiezen als je veel classic rock speelt. Hij speelde ook een stuk harder voordat het geluid vervormd begon te klinken of midrange congestie begon te ontstaan.
Waar ik wel achter kwam na lang naar de PSB geluisterd te hebben is dat zijn midrange meer karakter heeft dan die van de Spendor. Piano opnames gespeeld op de PSB klonken een beetje metalig, en mannenstemmen kregen een licht holle kleuring. De midrange van de Spendor klonk in dat aspect wat puurder.
Ik maakte ook een vergelijking met mijn 1978-vintage Rogers LS3/5a. Ik hou nog steeds van deze speakers wegens alles waar ze bekend om staan, maar naast de Spendor SA1 van bijna identieke grootte klonken ze fel en nasaal. Drive-unit ontwikkeling heeft de afgelopen 30 jaar niet stil gestaan.
Opsomming
Ondanks zijn kleine omvang bleek de Spendor SA1 – verrassend genoeg – in staat te zijn om voldoende lage output te kunnen creëren en zodanig muzikaal genot te leveren. Zijn natuurlijke competitie zullen de andere nakomelingen van het BBC erfgoed zijn, Harbeth’s HL-P3ES-2 ($1850-$2150/per, maar ze worden spoedig vervangen) en de Stirling LS3/5A v2 ($1995/paar), die ik beide in April 2007 heb beoordeeld, maar welke ik voor deze recensie helaas niet bij de hand had. De Harbeth biedt een tonale balans met bijna identieke LF extensie; de Stirling heeft een feller, minder vergevingsgezinde balans dan beide andere luidsprekers, met een meer overdreven hoge bas. De Spendor zal ook hevige weerstand krijgen van de in China gemaakte PSB Imagine B; de helft van de SA1 kostend biedt de PSB een betere LF kwantiteit, en misschien zelfs een betere kwaliteit. De fellere tonale balans van de PSB zal meer eisen stellen aan zowel opnames als de rest van het systeem, en iets meer kleuring in de midrange zal een factor zijn als je veel piano solo´s of vocale opnames afspeelt.
In het algemeen biedt de Spendor SA1 een prachtige muzikale weergave voor een kleine luidspreker. Ik raad hem sterk aan, met name aan degenen die kleine kamers en hoge verwachtingen hebben.
Prijs 1.999 € set
Millon Air Reference II
Klank:
Als binnenkomertje werd gekozen voor een aantal rustige nummers. De sfeer werd door de Millon prima opgepakt met veel rust en ruimte. Mary Black: een mooi stemgeluid met veel gevoel. De stem staat vóór de speaker.
Daarna werd er wat geschoven om uiteindelijk uit te komen op een meter van de achter- en dezelfde afstand van de zijkant. Het laagaandeel is naar smaak in te vullen door naar voren en naar achteren te schuiven.
Avalon Sentinel II luidsprekers
Vanaf het begin van het eerste liedje van The French Triangle Test CD, creëerde de Sentinel II een wijd en diep geluid. Het geluid van elk afzonderlijk muziekinstrument scheen groot en vol. Ik was heel erg tevreden met de kwaliteit van de muziek. De saxofoon was warm en magnetisch en de blaasgeluiden droegen de kwaliteit van een grote hoeveelheid lucht die uit de bel van een sax werd geblazen.
Sonus Faber Guarneri memento
De Guarneris klonken, direct nadat ik ze uit de doos had gehaald al meteen goed, maar uit de eerste auditie bleek dat met langdurig experimenteren ze nog meer subtiliteit zouden kunnen gaan onthullen. De Musical Fidelity A-1000 class-A amplifier, alhoewel een beetje uit de prijsklasse van de Guarneri, toonde dat deze luidsprekers een zoete versterker nodig hebben die harmonisch in evenwicht is.
B&W 804 Diamond
B&W 804 Diamond vs. B&W 803D.
Ik heb de kans gehad om de "oude" 803D naast de 804 Diamond te zetten en ze te vergelijken. Ik was erg verrast. De 803D won zeker weten op het gebied van "grootheid van geluid" gezien zijn grotere kast. Maar, het kon (totaal) niet op tegen het "begrip" van het geluid dat uit de 804 Diamond kwam. De 803D klonk eigenlijk een beetje ingesloten en gedempt.
De gedetailleerde en ongekleurde midrange reproductie van de Aurum Cantus V2M zette me aan om te gaan graven voor mijn collectie van goed opgenomen vocale uitvoeringen. Bij "Round Midnight", van Ella Fitzgerald's Clap Hands, Here Comes Charlie! was elke zijdeachtige, wulpse stembuiging van Fitzgerald zo fascinerend dat ik op mijn notitieblok krabbelde: "Ze praat tegen me. Ze zingt tegen me..
Pure 'full range' elektrostatische luidsprekers
Het nieuwe Audiostatic DCA (Direct Coupled Archive) luidspreker systeem is een combinatie van twee, vier, of zes pure 'full range' elektrostatische dipool luidsprekers. Die, afhankelijk van het aantal luidsprekers, de DCA2, DCA4, of DCA6 heten.
Ik verwachtte een lange periode waarin ik de Maestro's moest laten 'inspelen', een zogenaamde break-in period, na mijn ervaring met de Electra 1007 Be boekenkast luidsprekers, maar hun balans veranderde zeer weinig na de eerste dag van gebruik. Ik vond het geluid van de Focal 1007 Be briljant; en in contrast was de Maestro Utopia eigenlijk een beetje mild, zelfs beschaafd
De Egea 3 is een drie weg ontwerp: twee 170-millimeter bas drivers met 125-millimeter diameter Duocell cones die geladen zijn met een 'downward-firing' port dat uitkomt tussen de basis en de plint.
Rond 1.1 kHz kruist dit over naar één van Cabasse's speciale co-axial drive units, die een ringvormige membraam heeft en om een kleine hoorngeladen dome tweeter zit.
De AMT tweeter van de B25 produceerde de treble en hogere midrange zonder moeite en met een gebrek aan oneffenheid. De vibe begeleiding in "The Mooche"van Rendezvous: Jerome Harris Quintet Plays Jazz glinsterde met cascades van duidelijk gedefinieerde harmonieen, terwijl de trompet en trombone solo's prachtig geluid leverden. Ik hield vooral van de subtiele harmonische boventonen in "Unspoken Words" in Joe Beck's The Journey en het angstaanjagende en transparante klokkengelui dat H. Owen Reed's La Fiesta Mexicana van Howard Dunn
De meeste audioliefhebbers associëren Italiaanse luidsprekers met een warm, romantisch geluid. Hun aantrekkingskracht tot deze luidsprekers heeft meer te maken met hun hart dan hun hoofd. Maar niets van de timbre balans tot het algemene geluid van de Sovran zette mij tot zwijmelen
Het Genesis™ 1.2 luidspreker systeem is de nieuwste iteratie van het leidende luidspreker systeem van Genesis. Gecreëerd door de muziekliefhebber die geen compromissen accepteert in de reproductie van een muzikaal evenement, is de Genesis 1.2 het hoogtepunt van een 30-jaar oud nalatenschap van 'reference level line-source dipole' luidspreker systemen die hun oorsprong vinden in de Genesis I in 1993, en zelfs verder terug tot in de IRS™ in 1977.
JBL Synthesis 1400 Array BG
De 14" woofers produceerden een overtuigende volle klank met het orgel, zoals te horen is op in begin van Strauss's Also sprach Zarathustra, uitgevoerd door Erick Kunzel en de Cincinnati Pips op Time Warp (CD, Telarc CD-80106), en speelde de pijporgel's aanhoudende lage C (32Hz) dat James Busby's optreden van Howells' Master Tallis' Testament van Pipes Rhode Island (CD, Riage 101) afsluit. Beide selecties lieten de lucht in mijn kamer trillen en de losse radiator panelen rammelen.
Het is niet vaak dat we het woord 'polyhedron' tegenkomen, of het nou te maken heeft met hi-fi of niet. Echter, bekijk Diapason's verkoopbrochure en daar staat het, samengaand met uitdrukkingen als 'staven van massief walnoot', gebruikt om de constructie van de kast aan te duiden, en 'direct drive' technologie - refererend naar het ontbreken van een elektrische crossover tussen de mid/bass driver en luidspreker terminals.
De Guarneris klonken, direct nadat ik ze uit de doos had gehaald al meteen goed, maar uit de eerste auditie bleek dat ze extra lagen van subtiliteit zouden blijven onthullen, wat langdurig experimenteren verplichtte. De Musical Fidelity A-1000 class-A amplifier, alhoewel een beetje uit de prijsklasse van de Guarneri, toonde dat deze luidsprekers een zoete amp nodig hebben die harmonisch in evenwicht is.
In mijn luisterkamer had het Leben-ProAc koppel een mooi gebalanceerde combinatie van transparantie en helderheid dat samenging met muzikale zwaarte en warmte - geen gemakkelijk iets om voor elkaar te krijgen.
ProAc maakt zelden blitse luidsprekers. De producten van het bedrijf hebben de neiging om er redelijk normaal uit te zien - en deze Response D18s lijken die trend te volgen.
Schrap de stijlvolle Ebony veneer - een £400 premium op de prijs die we al genoemd hebben - en je hebt, fysiek gezien tenminste, niets meer dan de zoveelste slanke two-way tower.
De eerste luister sessie met een volledige Quad 99/909 stack was veelbelovend, maar nog niet beslissend. Zoals altijd klonken de pre-amplifiers van de Quad natuurlijk, maar met een gebrek aan finesse, detail, en algehele levendigheid, zelfs met bekwame power amps.
De 989 is de eerste echte full-range electrostaat die ik tegengekomen ben
Vijf-ster luidsprekers zijn meestal algemeen inzetbaar, werken goed in vele systemen, en stellen het grootste gedeelte van de tijd veel mensen tevreden - maar niet deze luidsprekers. De Talisman IIIs zijn geweldig, erg muzikaal, en in staat om vele luisteraars te betoveren, maar in tegenstelling tot de meeste producten die vijf sterren ontvangen hebben ze een merkbare zwakheid - hun treble prestaties.
De B&W Nautilus zijn de front luidsprekers in een systeem dat gebruik maakt van vier B&W Nautilus 801s als sides en rears, een B&W HTM als middenkanaal, en de Krell Master Reference Subwoofer. Versterking wordt in dit systeem gedaan door 13 Krell 650W monoblokken - 8 van deze zijn voor de slakkenhuisachtige Nautilus, welk van de meeste anders luidspreker ontwerpen verschilt wegens het feit hij actief is: de crossovers komen in een aparte doos, splitsen het signaal, en geven het door aan elke versterker
MUZIKALE PRESTATIES:
De XTs bleken zeer geschikt om het weelderige, neo-British Invasion geluid van de cd Strange Geometry van de band The Clientele's te reproduceren, de delicate snaarinstrumenten in "I Can't Seem to Make You Mine" gaf het weer met een mooie combinatie van zijdeachtigheid en detail. Terwijl het dromerige pop nummer richting zijn hoogtepunt zweefde, werd ik getroffen door hoe duidelijk de verschillende instrumentele lagen - snaarinstrumenten, piano, vibrato gitaar - klonken
Wauw, wat heb ik me vergist!
De allereerste noot liet niet alleen mijn vooroordeel verdwijnen, maar schudde ook aan de grondvesten van een paar van mijn overtuigingen die ik tijdens jaren gebruik van 'high-end' gereedschap gevormd heb. In het verleden ben ik grote creaties tegengekomen - zowel in een gecontroleerde omgeving als in demoruimtes - en hun neiging om een gigantisch beeld te projecteren, wat ongetwijfeld indrukwekkend is maar altijd vermoeiend wordt op de lange termijn, laat staan schaamteloos onrealistisch.
Het woord dat de Infinity Betas het beste beschrijft is "fantastisch". Deze luidsprekers hebben meer aanleg om iemands haren overeind te doen staan dan enig ander systeem. Ik heb kippenvel van opnames met accordeon en harmonica solo's, wat ongehoord is, aangezien ik normaal gesproken geen van beide echt spannende muziek vindt om naar te luisteren.
Wilson Benesch gaat misschien een zware strijd aan met de Trinity. Op het eerste gezicht verschilt het ontwerp weinig van de zeer gerespecteerde Arc van het bedrijf, met de toevoeging van een additionele super tweeter - en dat kan moeilijk het prijsverschil van £2000 rechtvaardigen.
Misschien lag het aan de begrensde lage bas output, maar het bleek relatief makkelijk om de optimale positie voor de Spendors te vinden in mijn kamer. Ik gebruikte mijn gebruikelijke 24" Celestion standaarden met de SA1s, de pilaar van elk van de standaarden gevuld met een mix van droog zand en lood. Onder het tapijt vastgenageld aan de grond, plaatsten deze standaarden mijn oren net boven te tweeter, maar ik had niet het idee dat ik onderuit moest zakken om een goede tonale balans te krijgen
Het is gemakkelijk om een luidspreker als de Spendor A9 te onderschatten, hij kost immers $4000 en ziet er redelijk gewoontjes uit.Maar, zoals altijd, gaat het allemaal over de technische details. Spendor maakt zijn drive units binnenshuis in plaats van ze bij een OEM leverancier te halen. Dit geeft hun technici de vrije hand, gezien het feit dat een drive unit ontworpen kan worden voor een specifieke taak. Spendor heeft veel werk gedaan op cone materialen en is gegaan voor een cone van polypropeen en kevlar voor de twee bas drivers.
Dali Ikon 5mk2
De beste manier om een luidspreker te kiezen die bij jou past, is door op je oren te vertrouwen. Pak een aantal CDs mee die je kent en luister naar ze via zoveel mogelijk luidsprekers. Houd aantekeningen bij over hoe elke luidspreker klinkt, aangezien je dat waarschijnlijk snel weer zult vergeten. Daarom is het geweldig om in een gespecialiseerde audio zaak een comparator te gebruiken.
Verwacht niet dat deze luidsprekers meteen goed klinken als ze net uit de doos komen. De eerste dag was verschrikkelijk. Het geluid was vervaagd, met teveel bas en een erg verzonken midrange. Er was geen stereo afbeelding van het geluid, zelfs niet met de beste opnames. Ik had deze ervaring ook met de Audience 42, dus ik verwachtte niet veel, maar ik verwachtte niet dat het zo erg zou zijn. Ik kreeg de luidsprekers op vrijdagmiddag, en na een paar uur van 'breaking in'
Dynaudio Evidence Master
Dynaudio luidsprekers springen nooit op om één bepaald ding heel hard te zeggen, maar wat ze wel doen is alles ongelofelijk accuraat zeggen, zodat jij uiteindelijk iets als "wow! Deze luidspreker is zo natuurlijk!" moet zeggen. Ik heb vele luidsprekers van deze prijsklasse beluisterd, waaronder merken als Wilson en B&W. Geen van hun spreekt tot je zoals Dynaudio. Dit is veruit mijn favoriete referentie niveau luidspreker. In een notendop: hij brengt een heel erg natuurlijke weergave van alle instrumenten en frequenties over.
Alle Excite modellen zijn voorzien van een Magnesiumsilicaat Polymeer cone woofer met gegoten aluminium behuizingen en aluminium spoelen. Dynaudio's speciaal bedekte soft-dome tweeters, met nieuw ontworpen magneet structuren, sieren alle luidsprekers. De Excite luidsprekers zijn beschikbaar in esdoorn, kersen, palissander, en zwart essen fineer hout; mijn recensie exemplaren kwamen in een diep en donker palissander, wat er werkelijk prachtig uitzag
De Infinity Reference Standard is, tot nu toe, de beste prestatie ooit van een bedrijf dat gewijd is aan het verkennen van de grenzen van luidspreker technologie. Het is in elk aspect een systeem zonder compromissen. Het traditionele maken van luidsprekers heeft historisch gezien altijd een compromis moeten hebben tussen verschillende ontwerp limieten (dingen als efficiëntie, krachtvermogen, dispersie, kastgrote, prijs, en andere factoren die ten koste van elkaar gingen) met een doel een "praktisch" eindproduct te bereiken